Dat Co Westerik en Bernlef elkaar wisten te vinden in deze verhalenbundel kan geen toeval zijn. Het is dan ook voor de hand liggend dat Bernlef in een interview in De Nieuwe Linie liet optekenen:
Zelf reik ik in mijn verhalen de lezer allerlei dingen aan. Ik onthoudt mij daarbij van een specifiek oordeel. Een definitieve betekenis of oplossing wordt in de verhalen niet gegeven. Daarom moet de lezer zelf overwegen wat de eigenlijke betekenis van het gegeven is.
Zou je deze tekst uit de mond van Westerik hebben opgetekend dan zouden alleen maar de woorden verhalen voor kunstwerken vervangen te hoeven worden om het Westafrikaans te doen klinken!