Maris, Jacob

Jacob Maris (feitelijk Jacobus Hendricus Maris) werd op 25 augustus 1837 In Den Haag geboren en overleed op 7 augustus 1899 in Karlsbad (BDR). Jacob was een broer van Willem en van Matthijs Maris en was gehuwd met Catharina Horn. Zij hadden een zoon Willem Matthijs Maris, ook schilder.
Jacob volgde kunstzinnige opleidingen aan de Academie van Beeldende kunsten zowel als aan de Tekenacademie beiden in Den Haag en de koninklijke Academie voor Schone kunsten in Antwerpen. Zijn oudere collegae Ernest Héber, Huib van Hove, Johan Philip Koelman, Louis Mijer en Johannes Anthonie Balthasar Stroebel leidden hem verder op het kunstenaarspad.

Jacob Maris schilderde, tekende, aquarelleerde, etste en maakte litho’s. Zo ongeveer alles wat hen voor ogen kwam of aandiende legde hij kunstzinnig vast [genrestukken, (kerk)interieurs, figuurvoorstellingen en portretten, landschappen, strand-, stads- en dorpsgezichten, stillevens, dieren, haven- en zeegezichten].

Begonnen als romanticus en later onder invloed van de school van Barbizon een van de grondleggers van de Haagse School.

Zijn invloed op latere kunstenaars als leraar van hen was groot (te denken aan onder andere aan Bernardus Johannes Blommers, Martinus Boks, de Marissen Willem en Willem jbz, Albert Neuhuys, Carel F.L. de Zwart en uiteraard Willem de Zwart. ook had Jacob Maris veel invloed op Frans Langeveld, Max Clarenbach en Gerhard Arij Ludwig Munthe.

Maris rekende zo ongeveer de wereld tot zijn schildersdomein en was zowel actief op vele plaatsen in Nederland ( Den Haag en Oosterbeek), in België (Antwerpen), Duitsland (Keulen, Mannheim, Heidelberg, Karlsruhe), Frankrijk (Dijon, Parijs, Fontainebleau) en Zwitserland (Basel, Lausanne, Neuchâtel).

Vermeld in Scheen, Witt Checklist, Barrett.