Het Walhalla is een neoclassicistische eretempel op een hoog terras bij Donaustauf bij Regensburg. De Tempel werd tussen 1830 en 1841 gebouwd in opdracht van koning Ludwig I van Beieren en is voorzien van bustes en plaquettes van belangrijke staatslieden, militairen, wetenschappers en kunstenaars die Ludwig definieerde als “Duits”. Omdat er in Ludwigs tijd nog geen duidelijke Duitse identiteit bestond, bevinden zich onder de bustes diverse personen die door henzelf of door een moderne blik niet als Duits zouden worden gezien, zoals Nederlanders, Vlamingen, Goten, Vandalen, Angelsaksen, Franken, Russen of geromaniseerde Germanen. Het door Leo von Klenze ontworpen gebouw is genoemd naar het Walhalla uit de Germaanse mythologie. Als architectonisch voorbeeld gold het Parthenon in Athene.
Het gebouw is eigendom van de Vrijstaat Beieren, die ook beslist over nieuwe toevoegingen aan de beeldengalerij. Anno 2022 staan er 132 bustes en 65 plaquettes: de laatste dateren alle uit de begintijd en zijn voor personen van wie geen betrouwbare afbeelding is overgeleverd.
De Nederlanders en Belgen in het Walhalla zijn Willem van Oranje, Prins Maurits, stadhouder Willem III, de humanist Erasmus, de rechtsgeleerde Hugo de Groot, de natuurwetenschapper Herman Boerhaave, de zeehelden Michiel de Ruyter en Maarten Harpertszoon Tromp, de schilders Antoon van Dyck, Jan van Eyck, Hans Memling, Frans Snyders en Peter Paul Rubens, en de Frankische Koningen en hofmeiers geboren in de streek rond Luik, Clovis, Karel de Grote, Karel Martel en Pepijn van Herstal. Beroemde Duitsers zijn onder andere Albert Einstein, Maarten Luther, Albrecht Dürer, en, later bijgeplaatst, Sophie Scholl , Käthe Kollwitz en, in 2022 nog, Max Planck.