Wit, Jacob de

Jacob de Wit werd op vermoedelijk 19 december 1695 in Amsterdam geboren en overleed daar ook op 12 november 1754. Hij was een zoon van Christiaan de Wit en Anna Slootmans.
Hij nam les bij onder andere Jan de Groot (1650-1726), Jacob van Hal en Albert van Spiers. Later werd hij zelf leraar aan de Stadstekenacademie in Amsterdam waar hij onder zijn leerlingen onder andere telde Gerrit Dadelbeek, Jan de Groot (18de eeuw), Dionys van Nimegen, Jan Punt en Fransiscus Xaverius Xavery.
Jacob was actief als (grisaille-, behangsel- en decoratie)schilder (van interieurs; onder andere in Dordrecht), etser en tekenaar.
Als kunstenaar was hij vornamelijk actief in Antwerpen en Amsterdam.
Veel van zijn kunstwerken betreffen allegorische-, historische- en christelijk-religieuze voorstellingen, portretten en bloemstillevens.
Jacob was lid van het Sint-Lucasgilde in Antwerpen.
Vermeld in Van Gool, Van Eynden / Van der Willigen, Rombouts / Van Lerius, Von Wurzbach, Bredius, Thieme / Becker, Waller, Scheen, Mandle, Bolten, Witt Checklist, Van den Hout / Schillemans, Van der Willigen / Meijer, Van Eck.