Verlat, Charles

Charles Verlat (naamvarianten: Karel Verlat, Charles Michel Maria Verlat) werd op 24 november 1824 in Antwerpen geboren en overleed op 23 oktober 1890 eveneens in Antwerpen.

Charles was leerling bij Nicaise de Keyser en werd zelf later weer de leraar van Floris Arntzenius, Nicolaas Bastert, Gerard Bos, Gerard Breck, Arthur Briët, André Broedelet, Léon Brunin, Carel Lodewijk (I) Dake, Charles Dankmeijer, Franz Deutmann, Jan Dunselman, Abraham Frans Gips, Cecil van Haanen, Albert Halberstadt, Oscar Halle, Hendrik Johannes Haverman, Arend Hijner, Edward Atkinson Hornel, Henri Houben, Jacob Simon Hendrik Kever, Roland Larij, markies Ludovic Napoléon Lepic, Max Liebermann, Jan Hendrik Luyten, Frans Mortelmans, Gerard Muller, Ferdinand Oldewelt, Evert Pieters, Edward Portielje, Benjamin Prins, Tjerk Reijenga, Jan Schreuder van de Coolwijk, Albert Schröder, Hobbe Smith, Willem Steelink (jr.), Louis Stracké, Henry van de Velde, Jan Voerman (sr.), Camille Wauters, Anton van Welie, Thomans van Wissen en Willem Witsen.

Charles was naast aquarellist, graveur, prentmaker en schilder ook docent aan de Academie in Antwerpen en aan de Kunstschule in Weimar.

Hij werkte als kunstenaar onder andere in Antwerpen, Parijs, Weimar en in het Midden-Oosten.

Veel onderwerpen van zijn kunstwerken betroffen (bloem)stillevens, dier-, historische-, christelijk-religeuze en genrevoorstellingen, landschappen en portretten.

Verlat was lid van de Société Royale Belge des Aquarellistes.

Vemeld in Bénézit, Eemans, Witt Checklist, Berko, Flippo, Coekelberghs, Piron, Jacobs, Jonkman / Geudeker, Draguet, Dupont.