Gabriëlse, Johan

Johan Gabriëlse (naamvariant: Johannes Gabriëlse; monogram JG of JG dooreen) werd op 14 december 1881 in Westkapelle geboren en overleed op 16 juni 1945 in Ambarawa (Indonesië).

Gabriëlse volgde kunstzinnige opleidingen aan de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers en aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten beide in Amsterdam. Hij was onder andere leerling bij August Allebé, Pieter Dupont, Rudolf Stang en Nicolaas van der Waay. Onder zijn eigen leerlingen telde hij Fik Abbing, Corry Gabriëlse, Roeloffina Heteren-Vink, Samuel Linschoten, Rudolf Nicolaas van der Meulen, Klaas (I) Mobach, Klaas (II) Mobach, Klaas (III) Mobach, Petrus Johannes Maria Rijntjes, Herman Romijn, Barend J. van Tongeren, Louise Wilhelmina Vermande en G.C. van Wermeskerken.

Hij was op vele terreinen actief. Onder andere als boetseerder, etser, illustrator, lithograaf, (politiek) tekenaar en schilder van vooral genre- en figuurvoorstellingenkoppen, portretten en stillevens.

Als kunstenaar was hij voornamelijk actief in Amsterdam, Volendam, Utrecht, Frankrijk, Italië, Londen en Nederlands-Indië.

Johan was lid van Arti et Amicitiae en Sint Lucas beide in Amsterdam.

Vermeld in Scheen, Wouters, Jacobs.