Corneille

Corneille [naamvariant: Cornelis Guillaume van Beverloo; signeerde als Corneille (= kraai)] werd op 3 juli 1922 in Luik geboren en overleed op 5 september in Parijs.

Hij volgde kunstzinnige opleidingen aan de Rijksacademie van Beelden Kunsten in Amsterdam en in 1953 aan het Atelier 17 in Parijs. Hij was ook leerling bij Gé Röling. Zelf gaf hij later les aan onder andere Pierre Alechinsky, Annemarie de Groot, Annemiek Jongen en Klaas Ooijevaar.

Corneille was zeer divers en inventief als kunstenaar (hij was naast beeldhouwer, keramist, collagist, graficus, fotograaf, illustrator, (wand)schilder, (pen)tekenaar, pastellist en sieraadontwerper.

Als kunstenaar was hij actief in Luik, Haarlem, Amsterdam, Parijs, Val-d’Oise maar ook in Mallorca, Hongarije, Noord-Afrika, Sahara, Zuid-Amerika en Cuba.

Ook zijn onderwerpen van aandacht zijn amper schier oneindig zoals figuur-, dier- en vogelvoorstellingen, naaktfiguur, zelfportret, abstractie, (vis)stillevens en interieurs. Daarnaast produceerde hij sieraden en tapijtontwerpen.

Hij maakte deel uit van de CoBrA-groep en was lid van de Liga Nieuwe Beelden.

Hij was naast Ridder in de Orde van oranje Nassau ook kunstenaar van het jaar (namens de Stichting Kunstweek)

Vermeld in Volmer, Scheen, Saur, Jacobs, Slagter.