Hendrik Johannes (Jan Hendrik) Weissenbruch werd op 30 november 1824 in Den Haag geboren en overleed daar ook op 14 maart 1903. Hij was de vader van Willem Johannes Weissenbruch (1864-1941).
Weissenbruch kan gerust worden beschouwd als één van de grondleggers van de Haagse School en zeker als één van de belangrijkste representanten van deze school.
Het tekenen werd hem tussen 1840 en 1843 bijgebracht door J.J. Löw. Van 1843 tot 1850 volgde hij een avond-opleiding aan de Haagsche Academie waar onder andere Bart van Hove en Andreas Schelfhout zijn leraren waren.
Weissenbruch schilderde en aquarelleerde vooral veel in de omgeving van Gouda, Nieuwkoop en in het noorden van ons land.
Hij was niet alleen schilder maar ook etser, lithograaf en aquarellist.
Weissenbruchs werd is sterk beïnvloed door Jacob van Ruisdaal. Van zijn hand zijn naast de overbekende sfeervolle landschappen ook interieurs, stillevens, strand – en zeegezichten bekend.
Samenwerking – hem aanbevolen en aangeboden – met Schelfhout wees hij gedecideerd af.
Nog voordat hij zijn opleiding afrondde, was hij al in 1847 samen met zijn neef Jan Weissenbruch en Willem Roelofs betrokken bij de oprichting het genootschap ‘Pulchri Studio’. Hij vervulde overigens van 1857 tot 1861 de rol van commissaris van de tekenzaal van Pulchri. Daarnaast was hij ook jarenlang lid van de Hollandsche Teekenmaatschappijde en de Societé Belge des Aquarellistes in Brussel. In Nederland richtte Anton Mauve, Jacob Maris en Hendrik Willem Mesdag in 1876 een Nederlandse versie van deze societé op en werd Weissenbruch één van de eerste leden.
Ook was Weissenbruch leraar van onder andere Victor Bauffe, Théophile de Bock, Jan Heppener en zijn zoon Willem Weissenbruch. Daarnaast was Aris Knikker als kunstschilder een bekende adept van hem.
Weissenbruch was tot ver buiten de landgrenzen bekend en in het bijzonder in Canada. Voortdurend zoekende naar nieuwe kunstvormen reisde Weissenbruch op 76-jarige leeftijd in 1900 nog af naar het Franse Barbizon (50 jaar ná de ’top’ van deze ‘kunst-roep’).
Vermeld in Scheen, Witt Checklist, Jonkman / Geudeker.
Toont alle 3 resultaten
Weissenbruch, J.H.
Hendrik Johannes (Jan Hendrik) Weissenbruch werd op 30 november 1824 in Den Haag geboren en overleed daar ook op 14 maart 1903. Hij was de vader van Willem Johannes Weissenbruch (1864-1941).
Weissenbruch kan gerust worden beschouwd als één van de grondleggers van de Haagse School en zeker als één van de belangrijkste representanten van deze school.
Het tekenen werd hem tussen 1840 en 1843 bijgebracht door J.J. Löw. Van 1843 tot 1850 volgde hij een avond-opleiding aan de Haagsche Academie waar onder andere Bart van Hove en Andreas Schelfhout zijn leraren waren.
Weissenbruch schilderde en aquarelleerde vooral veel in de omgeving van Gouda, Nieuwkoop en in het noorden van ons land.
Hij was niet alleen schilder maar ook etser, lithograaf en aquarellist.
Weissenbruchs werd is sterk beïnvloed door Jacob van Ruisdaal. Van zijn hand zijn naast de overbekende sfeervolle landschappen ook interieurs, stillevens, strand – en zeegezichten bekend.
Samenwerking – hem aanbevolen en aangeboden – met Schelfhout wees hij gedecideerd af.
Nog voordat hij zijn opleiding afrondde, was hij al in 1847 samen met zijn neef Jan Weissenbruch en Willem Roelofs betrokken bij de oprichting het genootschap ‘Pulchri Studio’. Hij vervulde overigens van 1857 tot 1861 de rol van commissaris van de tekenzaal van Pulchri. Daarnaast was hij ook jarenlang lid van de Hollandsche Teekenmaatschappijde en de Societé Belge des Aquarellistes in Brussel. In Nederland richtte Anton Mauve, Jacob Maris en Hendrik Willem Mesdag in 1876 een Nederlandse versie van deze societé op en werd Weissenbruch één van de eerste leden.
Ook was Weissenbruch leraar van onder andere Victor Bauffe, Théophile de Bock, Jan Heppener en zijn zoon Willem Weissenbruch. Daarnaast was Aris Knikker als kunstschilder een bekende adept van hem.
Weissenbruch was tot ver buiten de landgrenzen bekend en in het bijzonder in Canada. Voortdurend zoekende naar nieuwe kunstvormen reisde Weissenbruch op 76-jarige leeftijd in 1900 nog af naar het Franse Barbizon (50 jaar ná de ’top’ van deze ‘kunst-roep’).
Vermeld in Scheen, Witt Checklist, Jonkman / Geudeker.