Ferdinand Joseph (Ferry) Sleebe (signeerde als ‘Slebe’) werd op 3 mei 1907 in Ambt-Almelo geboren en overleed op 15 maart 1994 in Den Haag.
Was leerling van de avondschoolafdeling van de koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag onder leiding van Henk Meijer, Cees Rol en B.M.A. Ingen Housz. Daarna volgde hij nog een opleiding aan de Nederlandse Vrije Studio o.l.v. Christiaan de Moor en François Erdely.
Later gaf hij zelf les aan de Vrije Academie in Den Haag.
Als kunstenaar manifesteerde hij zich zowel als graficus, aquarellist en als (wand)schilder.
Hij noemde zichzelf graag een ‘kleine meester’. Hij bewonderde Van Dongen, Matisse, Dali, e.v.a.. Hij nam hun beelden, thema’s en voorbeelden over maar verwerkte deze op een geheel eigen manier.
Eenmaal keuzen voor onderwerpen gemaakt zoals zijn ‘aap met de banjo’, ‘harlekijnen’ en ‘kinderwagen’ komen deze onderwerpen in allerlei variaties steeds weer terug in zijn werk. Naakten waren een favoriet thema naast straattaferelen, stillevens en allerhande beesten met hun eigen verhalen.
Tenslotte groeide hij uit tot een miniaturist van formaat. Zijn onderwerpen variëren van (bloem)stillevens, figuurvoorstellingen tot stads- en strandgezichten. Hij hanteerde een kleurrijk pallet en schilderde met een duidelijke knipoog naar de Franse schilderkunst (Chagall en Rouault) maar zeker ook naar Ensor.
Sleebe was zowel lid van de Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars (BBK), ‘De Equipe’ (een groep van 10 leraren van de vrije academie) als van de Haagse Kunstkring, Pulchri Studio in Den Haag, Verve en de Posthoorngroep. In de vijftiger jaren sloot hij zich aan bij de artistieke werkgroep “De Nieuwe Ploeg’.
Vermeld in Scheen, Jacobs.
Toont alle 5 resultaten
Slebe, Ferry
Ferdinand Joseph (Ferry) Sleebe (signeerde als ‘Slebe’) werd op 3 mei 1907 in Ambt-Almelo geboren en overleed op 15 maart 1994 in Den Haag.
Was leerling van de avondschoolafdeling van de koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag onder leiding van Henk Meijer, Cees Rol en B.M.A. Ingen Housz. Daarna volgde hij nog een opleiding aan de Nederlandse Vrije Studio o.l.v. Christiaan de Moor en François Erdely.
Later gaf hij zelf les aan de Vrije Academie in Den Haag.
Als kunstenaar manifesteerde hij zich zowel als graficus, aquarellist en als (wand)schilder.
Hij noemde zichzelf graag een ‘kleine meester’. Hij bewonderde Van Dongen, Matisse, Dali, e.v.a.. Hij nam hun beelden, thema’s en voorbeelden over maar verwerkte deze op een geheel eigen manier.
Eenmaal keuzen voor onderwerpen gemaakt zoals zijn ‘aap met de banjo’, ‘harlekijnen’ en ‘kinderwagen’ komen deze onderwerpen in allerlei variaties steeds weer terug in zijn werk. Naakten waren een favoriet thema naast straattaferelen, stillevens en allerhande beesten met hun eigen verhalen.
Tenslotte groeide hij uit tot een miniaturist van formaat. Zijn onderwerpen variëren van (bloem)stillevens, figuurvoorstellingen tot stads- en strandgezichten. Hij hanteerde een kleurrijk pallet en schilderde met een duidelijke knipoog naar de Franse schilderkunst (Chagall en Rouault) maar zeker ook naar Ensor.
Sleebe was zowel lid van de Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars (BBK), ‘De Equipe’ (een groep van 10 leraren van de vrije academie) als van de Haagse Kunstkring, Pulchri Studio in Den Haag, Verve en de Posthoorngroep. In de vijftiger jaren sloot hij zich aan bij de artistieke werkgroep “De Nieuwe Ploeg’.
Vermeld in Scheen, Jacobs.