Jos Rovers (naamvariant: Joseph Johannes Rovers; signeerde als Jos Rovers) werd op 15 december 1893 in Utrecht geboren en overleed op 7 oktober 1976 in Amsterdam. Hij was de vader van A.R. (Anton) Rovers.

Jos volgde een kunstzinnige opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en was onder andere leerling bij Isidoor Opsomer. Later – als docent aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten  en aan de Teekenschool voor den Werkenden Stand in Amsterdam – telde hij onder zijn leerlingen onder andere Norbert André de la Porte, Jan Battermann, Wijm Bos, Ellen Bottenheim-Niemer, Turi Braaksma-van Heerikhuizen, Johannes Hessel Brolsma, Berry Brugman, Dick Bruna, Wim Burger, Sonja Dwinger, Andries van Gool, Narda van der Grient-Wilken, Hubertine Heijermans, Clara de Jong, Fedde de Jong (1915), Jan Korthals, Gerard Koster (1932), Theo Kroeze, Charlotte Kruijmel, Lily ter Kuile, Clemens van Lamsweerde, Carina Maesser, Wiers Ooms, Rie Ottenhof, Maria Pronk-Rompelman, Hermien Raangs, Louis Rempt, Petrus Johannes Maria Rijntjes, Anton Rovers, Joost van Santen, Anthonie Visser, Johanna Margaretha Voerman, Ybe van der Wielen, Nicolaas Wijnberg, Frederika Wijsenbeek, Irene Ypenburg, en Arnold Zweerts.

Als (beeldend) kunstenaar (beeldhouwer, etser, graficus, illustrator, schilder tekenaar en vervaardiger van gouaches) werkte hij veel in Haarlem en Amsterdam en verwierf vooral bekendheid door zijn (bloem)stillevens, (winter)landschappen, naaktfiguren, portretten en stadsgezichten.

Als kunstenaar werd hij onderscheiden met een Koninklijke Subsidie voor de vrije schilderkunst, met de St. Lucasprijs en in 1955 met een zilveren medaille van de stad Parijs.

Jos was lid van Arti et Amicitiae en van de Vereeniging Sint Lucas beide in Amsterdam.

Vermeld in Van Calker, Scheen, Jacobs, Scharten.

Enig resultaat

Filter»

Rovers, Jos

Jos Rovers (naamvariant: Joseph Johannes Rovers; signeerde als Jos Rovers) werd op 15 december 1893 in Utrecht geboren en overleed op 7 oktober 1976 in Amsterdam. Hij was de vader van A.R. (Anton) Rovers.

Jos volgde een kunstzinnige opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en was onder andere leerling bij Isidoor Opsomer. Later – als docent aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten  en aan de Teekenschool voor den Werkenden Stand in Amsterdam – telde hij onder zijn leerlingen onder andere Norbert André de la Porte, Jan Battermann, Wijm Bos, Ellen Bottenheim-Niemer, Turi Braaksma-van Heerikhuizen, Johannes Hessel Brolsma, Berry Brugman, Dick Bruna, Wim Burger, Sonja Dwinger, Andries van Gool, Narda van der Grient-Wilken, Hubertine Heijermans, Clara de Jong, Fedde de Jong (1915), Jan Korthals, Gerard Koster (1932), Theo Kroeze, Charlotte Kruijmel, Lily ter Kuile, Clemens van Lamsweerde, Carina Maesser, Wiers Ooms, Rie Ottenhof, Maria Pronk-Rompelman, Hermien Raangs, Louis Rempt, Petrus Johannes Maria Rijntjes, Anton Rovers, Joost van Santen, Anthonie Visser, Johanna Margaretha Voerman, Ybe van der Wielen, Nicolaas Wijnberg, Frederika Wijsenbeek, Irene Ypenburg, en Arnold Zweerts.

Als (beeldend) kunstenaar (beeldhouwer, etser, graficus, illustrator, schilder tekenaar en vervaardiger van gouaches) werkte hij veel in Haarlem en Amsterdam en verwierf vooral bekendheid door zijn (bloem)stillevens, (winter)landschappen, naaktfiguren, portretten en stadsgezichten.

Als kunstenaar werd hij onderscheiden met een Koninklijke Subsidie voor de vrije schilderkunst, met de St. Lucasprijs en in 1955 met een zilveren medaille van de stad Parijs.

Jos was lid van Arti et Amicitiae en van de Vereeniging Sint Lucas beide in Amsterdam.

Vermeld in Van Calker, Scheen, Jacobs, Scharten.