Marc Ottee is een pseudoniem van Arnout (of Aarnout of Aernoudt of Aernout) van Gilst. Ook werkte hij wel onder het pseudoniemen van A. Jonstra of A. Joustra. Hij werd op 17 januari 1898 in Den Haag geboren en overleed in Bennebroek op 10 augustus 1981.
Arnout Van Gilst was schilder, tekenaar, aquarellist, beeldhouwer en pastellist van landschappen, boerderijen, bossages, etc..
Hij was leerling van de Academie v. Beeldende Kunsten te Den Haag, waar hij eerst begon als beeldhouwer. Hij bekwaamde zich verder onder leiding van Johan Coenraad Altorf en Jan Springer. Na 1923 is hij gaan schilderen.
Arnout Van Gilst woonde en werkte tot 1937 in Den Haag en daarna in Haarlem. Van Gilst schilderde in een naturalistische-impressionistische stijl. en legde zich vooral toe op Hollandse landschappen, stads-en duingezichten, zeeën en paarden.
Veel van zijn werk, vooral de landschappen, doen sterk denken aan dat van Cor Noltee (ook wel de Dordtse Breitner genoemd).
Van Gilst was een echte buitenschilder. Hij wilde perse geïnspireerd raken door de omgeving en hij toog het liefst naar een afgelegen plek waar niet elk moment iemand kon opduiken die over zijn schouders meekeek. Het liefst nestelde Van Gilst zich aan een slootkant en schilderde hij de aan de overkant gelegen velden, die hij eerst goed herkenbaar en gedetailleerd op doek bracht en later bij de uitwerking weer wat liet vervagen. Hij hield er een zeer precieze, bijna topografische interpretatie van het landschap op na, compleet met rietschelven, hooibergen schuurtjes en stallen.
Met zijn wat donzige toets benadert Van Gilst heel dicht de aparte sfeer die op het land aanwezig is op windstille dagen, als de lucht gesluierd is.
Hij was een gezellige prater en hij sprak veel over zijn carrière en ervaringen als kunstschilder. Van Gilst was ook wat ijdel en kleedde zich als een dandy. Arnout had een grote productie van wel 5 tot 7 schilderijen in de week die op verschillende ezels stonden.
Van Gilst droeg op zijn beurt zijn kunde weer over aan Agnes Rademakers.
Vermeld in Scheen, Scharten.
Toont alle 2 resultaten
Ottee, Marc
Marc Ottee is een pseudoniem van Arnout (of Aarnout of Aernoudt of Aernout) van Gilst. Ook werkte hij wel onder het pseudoniemen van A. Jonstra of A. Joustra. Hij werd op 17 januari 1898 in Den Haag geboren en overleed in Bennebroek op 10 augustus 1981.
Arnout Van Gilst was schilder, tekenaar, aquarellist, beeldhouwer en pastellist van landschappen, boerderijen, bossages, etc..
Hij was leerling van de Academie v. Beeldende Kunsten te Den Haag, waar hij eerst begon als beeldhouwer. Hij bekwaamde zich verder onder leiding van Johan Coenraad Altorf en Jan Springer. Na 1923 is hij gaan schilderen.
Arnout Van Gilst woonde en werkte tot 1937 in Den Haag en daarna in Haarlem. Van Gilst schilderde in een naturalistische-impressionistische stijl. en legde zich vooral toe op Hollandse landschappen, stads-en duingezichten, zeeën en paarden.
Veel van zijn werk, vooral de landschappen, doen sterk denken aan dat van Cor Noltee (ook wel de Dordtse Breitner genoemd).
Van Gilst was een echte buitenschilder. Hij wilde perse geïnspireerd raken door de omgeving en hij toog het liefst naar een afgelegen plek waar niet elk moment iemand kon opduiken die over zijn schouders meekeek. Het liefst nestelde Van Gilst zich aan een slootkant en schilderde hij de aan de overkant gelegen velden, die hij eerst goed herkenbaar en gedetailleerd op doek bracht en later bij de uitwerking weer wat liet vervagen. Hij hield er een zeer precieze, bijna topografische interpretatie van het landschap op na, compleet met rietschelven, hooibergen schuurtjes en stallen.
Met zijn wat donzige toets benadert Van Gilst heel dicht de aparte sfeer die op het land aanwezig is op windstille dagen, als de lucht gesluierd is.
Hij was een gezellige prater en hij sprak veel over zijn carrière en ervaringen als kunstschilder. Van Gilst was ook wat ijdel en kleedde zich als een dandy. Arnout had een grote productie van wel 5 tot 7 schilderijen in de week die op verschillende ezels stonden.
Van Gilst droeg op zijn beurt zijn kunde weer over aan Agnes Rademakers.
Vermeld in Scheen, Scharten.