Edward Hopper werd op 22 juli 1882 in Nyark (New York) geboren en overleed op 15 mei 1967 in New York City.
Hopper werd opgeleid aan de Correspondence School of Illustrating en de New York School of Art, beide in New York. Daarnaast volgde hij lessen bij William Merrit Chase, Frank Vincent Dumond, Robert Henri, Arthur Ignatius Keller, Kenneth Hayes Miller en Kranzfelder.
Hopper was niet alleen een veelzijdig kunstenaar maar pakte vooral in het begin van zijn carrière elke kans die hem voor de voeten kwam (in zijn New Yorkse tijd was hij werkzaam als illustrator, had hij zijn eerste tentoonstelling met leerlingen van Robert Henri, nam hij deel aan de ‘Exhibition of Independent Artists’, werkte hij in de commercie als illustrator).
In 1913 betrok hij een nieuw woonhuis/atelier aan het Washington Square North, waar hij zijn gehele leven zou blijven wonen.
In 1915 startte hij met het maken van etsen gevolgd door een eerste solotentoonstelling in de Whitney Studio Club. In 1923 volgde hij een avondcursus naaktmodellen tekenen en begint vervolgens te aquarelleren.
In 1925 stopt hij met zijn commerciële werk. Een eervol retrospectief in het MoMA volgde. Na in 1965 zijn laatste twee schilderijen te hebben gemaakt sterft hij in 1967 midden tussen zijn kunstwerken in zijn atelier).
Hopper reisde tijdens zij leven over de halve wereld (naar Europa: Londen, Amsterdam, Haarlem, Berlijn, Brussel, Parijs, Madrid, Toledo; Amerika: Monhegan Island (Maine), Gettysburg (Pennsylvania), Cape Cod (Massachusetts), South Truro).
Hopper was een veelzijdig kunstenaar (etser, illustrator, schilder, aquarellist, tekenaar, publicist van affiches). Zijn onderwerpen waren legio: architectuur (als genre), figuur- en genrevoorstellingen, geschiedenis, landschappen, naaktfiguren en oorlog.
Later werd hij leraar aan het academische Chicago Art Institute (Chicago) en ontving diverse eredoctoraten als kunstenaar: van de Rutgers University (New Brunswick, New Jersey) en van het Philadelphia College of Art. Ook had hij grote invloed op Daniel Kaplan en Luiz Braga.
Vermeld in: Fielding/Carr, Cummings, Bénézit, Witt Checklist, Baigell, Rubinstein, Saur.
Enig resultaat
Hopper, Edward
Edward Hopper werd op 22 juli 1882 in Nyark (New York) geboren en overleed op 15 mei 1967 in New York City.
Hopper werd opgeleid aan de Correspondence School of Illustrating en de New York School of Art, beide in New York. Daarnaast volgde hij lessen bij William Merrit Chase, Frank Vincent Dumond, Robert Henri, Arthur Ignatius Keller, Kenneth Hayes Miller en Kranzfelder.
Hopper was niet alleen een veelzijdig kunstenaar maar pakte vooral in het begin van zijn carrière elke kans die hem voor de voeten kwam (in zijn New Yorkse tijd was hij werkzaam als illustrator, had hij zijn eerste tentoonstelling met leerlingen van Robert Henri, nam hij deel aan de ‘Exhibition of Independent Artists’, werkte hij in de commercie als illustrator).
In 1913 betrok hij een nieuw woonhuis/atelier aan het Washington Square North, waar hij zijn gehele leven zou blijven wonen.
In 1915 startte hij met het maken van etsen gevolgd door een eerste solotentoonstelling in de Whitney Studio Club. In 1923 volgde hij een avondcursus naaktmodellen tekenen en begint vervolgens te aquarelleren.
In 1925 stopt hij met zijn commerciële werk. Een eervol retrospectief in het MoMA volgde. Na in 1965 zijn laatste twee schilderijen te hebben gemaakt sterft hij in 1967 midden tussen zijn kunstwerken in zijn atelier).
Hopper reisde tijdens zij leven over de halve wereld (naar Europa: Londen, Amsterdam, Haarlem, Berlijn, Brussel, Parijs, Madrid, Toledo; Amerika: Monhegan Island (Maine), Gettysburg (Pennsylvania), Cape Cod (Massachusetts), South Truro).
Hopper was een veelzijdig kunstenaar (etser, illustrator, schilder, aquarellist, tekenaar, publicist van affiches). Zijn onderwerpen waren legio: architectuur (als genre), figuur- en genrevoorstellingen, geschiedenis, landschappen, naaktfiguren en oorlog.
Later werd hij leraar aan het academische Chicago Art Institute (Chicago) en ontving diverse eredoctoraten als kunstenaar: van de Rutgers University (New Brunswick, New Jersey) en van het Philadelphia College of Art. Ook had hij grote invloed op Daniel Kaplan en Luiz Braga.
Vermeld in: Fielding/Carr, Cummings, Bénézit, Witt Checklist, Baigell, Rubinstein, Saur.