Johannes Graadt van Roggen (naamvariant: Johannes Mattheus Graadt van Roggen) werd op 28 mei 1867 in Amsterdam geboren en overleed op 26 augustus 1959 in Alkmaar. Hij was vanaf zijn derde jaar geheel doof.

Johannes volgde kunstzinnige opleidingen aan de Academie Minerva in Groningen en aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Hij was onder andere leerling bij August Allebé, Sybrand Altman, Willem de Booys (lithografie), Johannes Hinderikus Egenberger, Rudolf Stang en Barend Wijnveld. Onder zijn eigen leerlingen telden hij onder andere C.J.G. Cool-van Oosten Slingeland, Bernard Essers, Mia Pot-van Regteren Altena en Maximiliaan Zomerdijk.

Graadt van Roggen was niet alleen als schilder maar ook als tekenaar, aquarellist, reproductiegraficus, etser, graveur (prentmaker) en lithograaf actief.

Veel van zijn werken betroffen (duin)landschappen, stillevens, portretten, marines en stadsgezichten.

Zijn kunstzinnige werkzaamheden speelden zich af in Groningen, Haarlem, Amsterdam, Bloemendaal, Bergen Nh., Heiloo, Alkmaar, Giethoorn, Hattem, Denekamp, Veere, Domburg, Zoutelande, Barbizon, Venetië en Noorwegen.

Graadt van Roggen was lid van Arti et Amicitiae en de Vereeniging Sint Lucas beide in Amsterdam alsmede de Vereeniging tot Bevordering der Grafische Kunsten ‘De Grafische’.

Graadt van Roggen wordt beschouwd als de voorloper van de Bergense School.

Vermeld in Scheen.

Geen werken gevonden, probeer het nog eens met andere zoektermen.