A(e)lbert Gerritsz Cuyp (naamvarianten: Aelbert Cuijp, Aelbrecht Cuijp, Albert Cuijp, Aelbrecht Cuyp, Albert Cuyp, Albrecht Cuyp, Aelbrecht Gerrtsz. Cuyp, Aelbert Kuip en Aelbrecht Kuip) werd in Dordrecht op 20 oktober 1620 en daar ook begraven op 15 november 1691. Vier jaar later stierf ook zijn vrouw.
Albert Cuyp was een Nederlands landschapskunstschilder uit een vermaard Dordts kunstenaarsgeslacht. Hij was het enig kind van Jacob Gerritsz Cuyp, eveneens landschapsschilder en kreeg van hem uitgebreide schilderlessen die zelf weer een neef was van Benjamin Gerritsz Cuyp.
Hij werkte vooral in Dordrecht maar reisde daarnaast regelmatig door Noord- en Midden-Nederland (Rhenen, Arnhem, Amersfoort, Utrecht, Leiden, Den Haag, Nijmegen, Elten, Emmerich, Kleve en Kalkar) waar hij de historische plaatsen bezocht.
In 1658 trouwde Cuyp met Cornelia Boschman de weduwe van Johan van den Corput die was achtergebleven met drie kinderen en hem nog een dochter schonk. Na dit huwelijk heeft hij nog nauwelijks geschilderd. Wel had hij in 1658 al een indrukwekkende schilderscarrière opgebouwd. Wel was hij nog actief als leraar van onder andere Abraham van Calraet
Als gelovig man bekleedde hij allerlei functies in de hervormde kerk (hij is later ook begraven in ‘zijn’ kerk, de Augustijnenkerk in Dordrecht).
Hij stond bekend om zijn eigen, rijke manier van schilderen en verwoordde via vele kleurrijk afgebeelde figuren en dieren het gebruik van een vol kleurenpalet. Zijn landschappen zijn zeer zonnig bijna mediterraan. Zijn talrijke, stemmige riviergezichten waarvoor hij in Dordrecht veel inspiratie vond, zie het bekende Gezicht op Dordrecht, onderstrepen zijn virtuoos gebruik van kleuren, die veelal worden geassocieerd met Hollandse landschappen.
Als prentkunstenaar, schilder en tekenaar ging zijn aandacht uit naar architectuur (als genre), dieren, interieurs, marines, portretten, strandgezichten, (winter)-landschappen en boerderijstillevens.
Houbraken stelt dat Cuyp naast landschappen en kalme wateren met schepen en paarden ook vruchten schilderde ofschoon de meeste vruchtenstilleven met het monogram A.C. worden toegeschreven aan Abraham van Calraet.
Hij was de leraar van Barent Kalraet maar ook de navolger van Jan Both, Jan Josefsz van Goyen en Herman Saftleven,
Zelfs werd hij weer veel geïmiteerd door Christian David Gebauer, Jacob de Gruyter, Wilhelm von Kobell, Hendrick de Meijer, François Ryckhals en C.W. Schut.
Daarnaast had hij veel invloed op Cornelis Tegelberg, William Anderson, Francis Barlow, sir Augustus Wall Callcott, Georges Chambers, John Crome, Peter le Cave, Cormelis Vermeulen, Francis Bourgeois, Gijsbert Gillisz. de Hondecoeter, Jean-Louis Demarne, Charles Towne en Richard Farrington.
Vermeld in Von Wurzbach, Thieme / Becker, Hollstein e.a., Waller, Witt Checklist, Willigen / Kinkelder, Saur, Willigen / Meijer.
Toont alle 2 resultaten
Cuyp, Albert
A(e)lbert Gerritsz Cuyp (naamvarianten: Aelbert Cuijp, Aelbrecht Cuijp, Albert Cuijp, Aelbrecht Cuyp, Albert Cuyp, Albrecht Cuyp, Aelbrecht Gerrtsz. Cuyp, Aelbert Kuip en Aelbrecht Kuip) werd in Dordrecht op 20 oktober 1620 en daar ook begraven op 15 november 1691. Vier jaar later stierf ook zijn vrouw.
Albert Cuyp was een Nederlands landschapskunstschilder uit een vermaard Dordts kunstenaarsgeslacht. Hij was het enig kind van Jacob Gerritsz Cuyp, eveneens landschapsschilder en kreeg van hem uitgebreide schilderlessen die zelf weer een neef was van Benjamin Gerritsz Cuyp.
Hij werkte vooral in Dordrecht maar reisde daarnaast regelmatig door Noord- en Midden-Nederland (Rhenen, Arnhem, Amersfoort, Utrecht, Leiden, Den Haag, Nijmegen, Elten, Emmerich, Kleve en Kalkar) waar hij de historische plaatsen bezocht.
In 1658 trouwde Cuyp met Cornelia Boschman de weduwe van Johan van den Corput die was achtergebleven met drie kinderen en hem nog een dochter schonk. Na dit huwelijk heeft hij nog nauwelijks geschilderd. Wel had hij in 1658 al een indrukwekkende schilderscarrière opgebouwd. Wel was hij nog actief als leraar van onder andere Abraham van Calraet
Als gelovig man bekleedde hij allerlei functies in de hervormde kerk (hij is later ook begraven in ‘zijn’ kerk, de Augustijnenkerk in Dordrecht).
Hij stond bekend om zijn eigen, rijke manier van schilderen en verwoordde via vele kleurrijk afgebeelde figuren en dieren het gebruik van een vol kleurenpalet. Zijn landschappen zijn zeer zonnig bijna mediterraan. Zijn talrijke, stemmige riviergezichten waarvoor hij in Dordrecht veel inspiratie vond, zie het bekende Gezicht op Dordrecht, onderstrepen zijn virtuoos gebruik van kleuren, die veelal worden geassocieerd met Hollandse landschappen.
Als prentkunstenaar, schilder en tekenaar ging zijn aandacht uit naar architectuur (als genre), dieren, interieurs, marines, portretten, strandgezichten, (winter)-landschappen en boerderijstillevens.
Houbraken stelt dat Cuyp naast landschappen en kalme wateren met schepen en paarden ook vruchten schilderde ofschoon de meeste vruchtenstilleven met het monogram A.C. worden toegeschreven aan Abraham van Calraet.
Hij was de leraar van Barent Kalraet maar ook de navolger van Jan Both, Jan Josefsz van Goyen en Herman Saftleven,
Zelfs werd hij weer veel geïmiteerd door Christian David Gebauer, Jacob de Gruyter, Wilhelm von Kobell, Hendrick de Meijer, François Ryckhals en C.W. Schut.
Daarnaast had hij veel invloed op Cornelis Tegelberg, William Anderson, Francis Barlow, sir Augustus Wall Callcott, Georges Chambers, John Crome, Peter le Cave, Cormelis Vermeulen, Francis Bourgeois, Gijsbert Gillisz. de Hondecoeter, Jean-Louis Demarne, Charles Towne en Richard Farrington.
Vermeld in Von Wurzbach, Thieme / Becker, Hollstein e.a., Waller, Witt Checklist, Willigen / Kinkelder, Saur, Willigen / Meijer.